Beeldende kunst Caren van Herwaarden gaat in Het Noordbrabants Museum de dialoog aan met het werk van de in 2004 overleden Leon Adriaans. Ze delen een voorliefde voor het aardse.
GERRIT VAN DEN HOVEN - Brabants Dagblad
Rechts Adriaans' Weg van de kunst (1998) en Larger than Life 2 van Van Herwaarden.
Foto Marc Bolsius
Een gezamenlijke liefde voor paarden. Dat is de eerste in het oog springende overeenkomst in de duo-expositie van Leon Adriaans en Caren van Herwaarden in Het Noordbrabants Museum. Van Herwaarden toont onder meer een prachtige, grote aquarel een door het zand rollend paard (Zandbad, 2017) en van Adriaans zijn er de wat ruw geschilderde schilderijen van parende paarden en de Belgische trekpaarden rond zijn boerderij in het Sterrenbos in Sint-Michielsgestel.
Maar wie even de tijd neemt op de expositie op de benedenverdieping, ziet dat die twee kunstenaars die elkaar nooit ontmoet hebben, veel meer overeenkomsten hebben. Het werk van beiden heeft een zelfde rauwheid in zich. Er is niet veel uit te leggen, beide kunstenaars streven niet naar een perfect uitgewerkt beeld, maar proberen de toeschouwer direct te raken. Er is een zichtbaar verlangen naar liefde, naar tederheid en je ziet ook dat Van Herwaarden (1961) en Adriaans (1944-2004) alle twee rijkelijk putten uit de rooms-katholieke iconografie.
De in Tilburg geboren en getogen Van Herwaarden is recent weer teruggekeerd naar Brabant. Ze studeerde in Enschede en Amsterdam, in die laatste stad woonde ze en werkte ze ook lang. Maar na een werkperiode in het atelier van kloosterhotel ZIN in Vught in 2008 besloot ze toch terug te gaan naar het zuiden. ,,Ik merkte daar hoe ik Brabant gemist had, ik verlangde naar de natuur, naar buiten. Ik heb eerst in Heerewaarden gewoond en woon nu in het buitengebied in Liempde.'' Ze laat foto's zien van haarzelf bij paarden in een wei. ,,Het is fijn om dicht bij de natuur te zijn.''
ZIN
Tijdens haar verblijf in ZIN bezocht ze ook de overzichtsexpositie van Adriaans in Het Noordbrabant Museum. ,,Ik ben geloof ik wel vier keer gaan kijken. De aardsheid van zijn onderwerpen sprak me direct aan. ,,Er draaide een film van Pieter Verhoeff waarin je Leon op een laantje in het Sterrenbos met zijn dikke buik zag hollen naast zijn werkpaarden. Dat vond ik een mooi beeld dat me altijd is bijgebleven."
Van Herwaarden hoefde niet lang na te denken toen het Bossche museum voorstelde om werk van haar te combineren met werken van Adriaans uit de eigen collectie. In de vaste opstelling in de benedenzaal werd zo de expositie gemaakt. De tweede in een rij nadat vorig jaar het museale werk van de in 2012 overleden JCJ Vanderheyden werd samengebracht met dat van Tilburger KoenDelaere.
Lakens
Dat het werk van Van Herwaarden zo goed blijkt te marcheren met dat van Adriaans, is een verrassing. Het werk van de kunstenares uit Liempde is met haar stoffen beelden, aquarellen van lichamen van mensen die elkaar omhelzen of juist fijnknijpen ook weer heel anders dan dat van Adriaans. Je zou haar eerder in een lijn zetten met Berlinde De Bruyckere en Karin Arink, kunstenaars die ook een grote belangstelling hebben voor de kwetsbaarheid van het menselijk lichaam.
Van Herwaarden laat met haar waterverftekeningen niet de buitenkant van het lichaam zien, maar probeert als een röntgenologe door de huid te kijken, op zoek naar de emoties en driften van haar figuren. Haar mensen zijn losjes weergegeven met doorschijnende lagen waterverf.
Ook Leon probeert een eigen wereld te scheppen
Dat is een groot verschil met de wat boerse, ruwe en masculiene aanpak van Adriaans, die schilderde op wat voorhanden was: veevoederzakken, houten plankjes en sigarenkistjes. ,,Ik zie bij Leon dat hij ook probeert om een eigen wereld te scheppen en die te beheersen'', zegt ze.
Van Herwaarden doet een stevige greep in haar oeuvre. Er zijn stoffen beelden, er staan vitrines met kleine beelden, er zijn schetsen, tekeningen en collages. Soms bevestigt ze stoffen beeldjes op haar tekeningen. Larger Than Life bestaat uit grove houten beelden, een installatie gemaakt voor de kapel van het Pathologisch Anatomisch Laboratorium in Amsterdam. De moeder IV is een emotionele ode aan haar moeder die haar altijd oude lakens meegaf. ,,Die gebruikte ik dan om kwasten af te vegen of als poetsdoek. Maar gaandeweg begon die stapel te slinken. Mijn moeder lag in een verpleeghuis en toen ze in 2012 overleed, gaf het verpleeghuis een stapel van haar lakens mee. Daar ben ik toen beelden mee gaan maken, voor mij was dat mooi en logisch.''
Het Noordbrabants Museum heeft enkele tientallen werken van Adriaans in de collectie. Er zijn veevoederzakken, beelden op hout en het langwerpige Visioen van Aldila, gebaseerd op een drieluik van Jeroen Bosch.
In vergelijking met de wat steriel ogende combinatie Vanderheyden met Delaere werkt de dialoog tussen Adriaans en Van Herwaarden stukken beter. Punt van kritiek is dat de kleine ruimte te vol gepropt is met teveel kunstwerken van beiden. Wellicht had een zaalexpositie in dit geval beter kunnen werken.
Caren van Herwaarden en Leon Adriaans: Het Noordbrabants Museum, Den Bosch, t/m 30 juni.