Het is een evident gegeven dat in het werk van Caren van Herwaarden het menselijk lichaam de belangrijkste rol speelt. Hoe fragmentarisch zij haar tekeningen ook opbouwt, met torso’s en constructies door elkaar, er blijft de indruk bestaan dat hier twee elementen als inhoudelijk belangrijk worden geëtaleerd.
In De Wetten van Plato, nee niet die van Connie Palmen, schrijft hij dat wij mensen geen andere keuze hebben dan het onderwijs te ondergaan van twee veeleisende “leraren”: genot en leed. Zij zijn het die ons op plezierige of verschrikkelijk wijze – maar altijd onder dwang – leren om te leven en om te overleven. Omdat we de meeste dingen die ons doen genieten of doen lijden gemeen hebben met alle anderen, versterken genot en leed de banden die de mensheid verbroederen. Omdat geen twee mensen op dezelfde wijze genieten of lijden, noch in de loop van hun leven aan precies hetzelfde genot en leed worden onderworpen, bezorgen ze elk van ons tegelijkertijd een onherhaalbare eigen “biografie”. En geven ze zo profiel aan de werkelijke individualiteit van elk mens.
Caren van Herwaarden geeft individualiteit aan haar tekeningen en spreekt zich overigens over dat lijden en genot niet op expliciete wijze uit. Het is eerder dat haar werk deze gedachten oproept dan dat zij al te letterlijk worden getekend. Toch zie je in die complexiteit van sommige compositie een bepaalde dualiteit als sterk inhoudelijk gegeven. Ik duid dit nu aan met zeg maar Eros en dood, maar er is vast meer aan de hand.
In deze tekening zie je een geïsoleerde figuur die vergeefs tracht contact te maken met een close gezelschap. De manier waarop Van Herwaarden die gestalte rechts weergeeft, met deels de arm als geraamte getekend, toont eens te meer aan dat de eenzaamheid metaforisch groot is en dat die beslotenheid van de groep nog eens wordt versterkt door die omarming. De transparantie die delen van het werk hebben maakt het allemaal niet te zwaar. Het literaire is wel van belang, maar het is geen dwingen in de richting van een eenduidige interpretatie. Er is toch voldoende ruimte voor de eigen visie van de kijker.
© 2007 Arno Kramer (galeries.nl over Caren van Herwaarden, 2007)